Een ‘slimme’ jongen onderschat de publieke verontwaardiging

Het ontslag van Sywert van Lienden en kompanen in de mondkapjesaffaire.

De rechtbank Amsterdam heeft op 21 juli 2022 Sywert van Lienden en kompaan Bernd Damme ontslagen als bestuurder van de Stichting Hulptroepen Alliantie. Wat was hier nu precies aan de hand? En op welke wijze dachten Van Lienden en kompanen de overheid (te) slim af te zijn?

Stichting Hulptroepen Alliantie (hierna te noemen: de Stichting) is een vrijwilligersstichting die Nederland bij aanvang van de coronapandemie met de inkoop van 40 miljoen mondkapjes tegen het coronavirus zou helpen. De doelstelling van de Stichting was prima nu er ten tijde van de oprichting grote onzekerheid over de beschikbaarheid van hulpmiddelen en inkoop bestond. Initiatieven waren dus zeer welkom.

Gelijktijdig met de oprichting van de Stichting richtte Van Lienden en kompanen ook op de besloten vennootschap Relief Goods Alliance B.V. (hierna te noemen: de vennootschap). De doelstelling van de vennootschap was identiek aan die van de Stichting, de zogenoemde werkmaatschappij. Van Lienden en kompanen waren zowel bestuurders van de vennootschap als van de Stichting.

Op verzoek van de Overheid heeft de Stichting een voorstel voor samenwerking opgesteld wat door Van Lienden en Kompanen werd gemotiveerd als volgt:
‘Met een samenwerking tussen overheid en vertrouwde Nederlandse kampioenen uit het bedrijfsleven (Coolbue / Randstad e.a.) kunnen wij dit snel opschalen. Dit doen we met hart voor mensen in de zorg, zonder winstoogmerk, vrij van belangen en zonder direct geld te vragen aan de Rijksoverheid ( ..).’

Dit voorstel is nadien aangepast met als gevolg dat niet de stichting, maar de vennootschap de overeenkomst sloot met het in opdracht van het ministerie van VWS opgerichte Landelijk Consortium Hulpmiddelen (LCH) voor de levering van 100 miljoen mondkapjes.

Omdat de vennootschap de entiteit was waarmee de overeenkomst werd gesloten maakte de vennootschap hierdoor aanzienlijke winst. De winst kwam vervolgens via een dividenduitkering bij de privé vennootschappen van Van Lienden en kompanen terecht.

Vrijwilligers betrokken bij de stichting waren niet bekend met de oprichting van de vennootschap door de bestuurders Van Lienden en kompanen. Deze vrijwilligers sloten zich aan bij de stichting en zette zich hiervoor in vanuit de gedachte dat er gehandeld werd op een non-profit basis en vanuit het ideële charitatieve belang van de stichting.

Door de oprichting en inzet van de vennootschap als partij bij de bewuste ‘mondkapjesdeal’ in plaats van de stichting, riepen de bestuurders Van Lienden en kompanen op bewuste wijze een concurrent van de eigen stichting in het leven. De vennootschap had immers wel een winstoogmerk met het bestuur Van Lienden en kompanen als enig belanghebbenden voor de verdeling van de winst.

De rechtbank neemt Van Lienden en kompanen kwalijk dat zij bewust een onduidelijke situatie hebben gecreëerd waarmee zij zichzelf via de dividenduitkering uit de vennootschap hebben bevoordeeld. Van Lienden en kompanen maakte namelijk gebruik van het imago van de stichting en de inzet van de vrijwilligers terwijl de behaalde winst vervolgens enkel en alleen in de zakken van de heren in privé verdween. Hierdoor ontstond een tegenstrijdig belang tussen de stichting en de vennootschap wat door de bestuurders Van Lienden en kompanen bewust in stand werd gehouden ter bevoordeling van zichzelf. Daarmee handelden zij niet naar- en vanuit het belang van de stichting en de door de stichting gedreven onderneming, maar vanuit de eigen belangen gericht op het behalen van winst/voordeel. Op grond van dit verwijt ontslaat de rechtbank Van Lienden en kompanen als bestuurders van de stichting.

Het wettelijk gevolg van dit ontslag is dat Van Lienden en kompanen voor de aankomende vijf jaar niet als bestuurder of commissaris van een stichting kunnen worden benoemd.

Voor de stichting is inmiddels een nieuwe bestuurder benoemd die mede tot taak heeft om te onderzoeken of de stichting een vorderingsrecht heeft op Van Lienden en kompanen.

Het strafrechtelijk onderzoek naar de stichting en de vennootschap is inmiddels door het OM geseponeerd. Het strafrechtelijk onderzoek naar Van Lienden en kompanen zal echter wel doorgang vinden. Het OM verdenkt de bestuurders van oplichting, verduistering en witwassen.

Het imago van Van Lienden en kompanen heeft een flinke knauw gekregen. De publieke verontwaardiging was groot nadat het nieuws over de handelswijze van Van Lienden en kompanen zich verspreidde. Op geen enkele wijze kon men sympathie opbrengen voor deze handelswijze; het vullen van de eigen zakken onder een charitatieve vlag zonder winstoogmerk.

Wat Van Lienden en kompanen  letterlijk en figuurlijk aan deze affaire zullen overhouden is nog niet in te schatten, maar de imagoschade is in ieder geval voelbaar.

Bezint eer gij begint!

De uitspraak van de rechtbank Amsterdam is gepubliceerd op rechtspraak.nl onder ECLI:NL:RBAMS:2022:4160 en te lezen via onderstaande link:

https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBAMS:2022:4160

Heeft u behoefte aan ondersteuning en/of hulp in ondernemingsrechtelijke kwesties of in situaties waarin insolventie een rol speelt? Neem dan contact met ons op.

T: 0318-745199
E: info@brkl.nl