De Advocaat-Generaal (A-G) bij de Hoge Raad heeft op 17 juni 2022 geadviseerd op de juridische vraag of een maaltijdbezorger in dienst is van de andere partij (Deliveroo) en daarmee werkzaam is op basis van een dienstverband.
Voor de A-G is van belang of het werk organisatorisch is ingebed in de onderneming van de werkverschaffer c.q. opdrachtgever. Dat wil zeggen dat er gekeken wordt in hoeverre de werkzaamheden in kwestie overeenkomen met de werkzaamheden van andere werknemers in de onderneming. Als de werkzaamheden een wezenlijk onderdeel vormen van de totale bedrijfsvoering zal er al snel aangenomen worden dat er sprake is van een dienstverband. Alleen als de bezorger als zelfstandig ondernemer kan worden beschouwd, is er geen sprake van ‘organisatorische inbedding’ van het werk in de onderneming van de opdrachtgever. Het gaat daarbij om de feitelijke uitvoering van de werkzaamheden.
Evenals het Gerechtshof is de A-G van mening dat ook al staat het de bezorger vrij zich te laten vervangen of om een bezorgdienst te weigeren als de bezorger eenmaal is ingelogd in het toewijzingssysteem van de opdrachtgever, deze bepalingen niet in de weg staan aan te nemen dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst in plaats van een overeenkomst van opdracht.
Als het advies door de Hoge Raad wordt gevolgd dan heeft dat grote consequenties voor de dagelijkse bezorgpraktijk. De bezorgers worden dan namelijk niet meer beschouwd als zzp’ers die voor eigen risico en rekening maaltijden bezorgen. Nee, zodra het uit te voeren werk is ‘ingebed’ in de onderneming van de opdrachtgever wordt die activiteit al snel gezien als het verrichten van arbeid vanuit een loondienstverband met alle (fiscale) consequenties voor de opdrachtgever van dien.
Alleen als de bezorger voldoet aan een aantal criteria kan het zijn dat de bezorger toch als zelfstandig ondernemer wordt beschouwd.
Dit zijn de volgende criteria:
De A-G is, net als het Gerechtshof op grond van bovenstaande criteria, van oordeel dat de bezorgers van Deliveroo in dienst zijn bij Deliveroo op basis van een arbeidsovereenkomst en bracht dit advies op 17 juni jl. uit aan de Hoge Raad.
Of de Hoge Raad het advies zal volgen zal nog moeten blijken. De uitspraak van de Hoge Raad in deze zaak is voorlopig bepaald op 23 december 2022.
Het advies van de A-G is gepubliceerd op rechtspraak onder ECLI:NL:PHR:2022:578 en te lezen via de onderstaande link
https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:PHR:2022:578
Wilt u advies en/of hulp bij een vergelijkbare situatie of andere (arbeidsrechtelijke) kwesties? Neem dan contact met ons op.
T: 0318-745199
E: info@brkl.nl